De zeven vragen die iedere leerkracht zou moeten stellen in de lockdown bij les op afstand en thuisonderwijs
Door Mirelle Valentijn – Docent Kenniscentrum en voorzitter Stichting Omgaan met Pesten
De situatie rond corona en de coronamaatregelen hebben veel invloed gehad op kinderen en jongeren. Nu we opnieuw in lockdown zijn gegaan, komt er veel op kinderen, jongeren en gezinnen af. De dagelijkse berichtgeving in de media brengt ook veel onrust. Wat mag wel, wat mag niet en hoe is dat over een poosje. Onzekerheid en onrust alom.
Een verschil met de vorige lockdown periode is dat we al een keer met les op afstand en thuisonderwijs te maken hebben gehad. Voor sommigen is dat fijn. Zij weten waar ze aan toe zijn. Er zijn zelfs kinderen die spreken over een gedeeltelijke verlenging van de vakantie. Voor anderen is opnieuw in lockdown gaan en thuisonderwijs volgen juist beladen. Zij zien er tegenop.
Kwetsbare en minder weerbare kinderen vinden het moeilijk om actief te participeren in de online lessen of om hulp te vragen en verdrietig genoeg lopen opnieuw kinderen het risico slachtoffer te worden van digitaal pesten door toename van online contact met elkaar.
Draag zorg voor 1 op 1 contact met de leerling als voor de groep verantwoordelijke professional
Zorg dat jij als leerkracht of mentor iedere leerling deze week individueel spreekt. Door het ingaan van de lockdown al voor de kerstvakantie is er al drie weken geen individueel contact geweest met leerlingen en zij moeten volledig op eigen kracht weer op ‘aan’ en starten met les op afstand en thuisonderwijs.
Er is in veel gezinnen openlijke of onderhuidse spanning geweest in de afgelopen weken. De feestdagen zijn op een andere manier gevierd dan normaal, in het klein, thuis, met minder contacten en activiteiten. Veel kinderen kunnen hun energie minder kwijt, hebben minder contact met leeftijdsgenoten. Frustraties lopen op en die komen er in reactie op elkaar thuis en in het contact met andere leerlingen van school uit.
Wij raden je aan telefonisch eventueel in combinatie met beeldbellen in gesprek te gaan met leerlingen. Wanneer er alleen via email of chat gecommuniceerd wordt mis je een deel van de communicatie. Juist uit de non-verbale communicatie (stem, mimiek, houding, gebaren) kun je veel opmaken als het gaat om contact en beoordelen hoe het met een leerling gaat.
Dit contact hoeft niet heel lang te zijn. Het gaat erom dat je enerzijds dit contact gebruikt om de (vertrouwens)band te behouden en verstevigen en anderzijds deze contact momenten te gebruiken om problemen te signaleren en tijdig ondersteuning te kunnen bieden. Wanneer een leerling in deze huidige situatie vastloopt, zal dit de manier waarop de leerling door deze periode heen komt, net als de terugkeer na de lockdown op school, in negatieve zin beïnvloeden.
De zeven vragen die elke leerkracht moet stellen in deze tijd aan een leerling
- Hoe gaat het met jou? Wat gaat fijn? Wat gaat minder fijn? Welke fijne en vervelende gevoelens heb je? Wat maakt je blij? Voel je je ook wel eens bang, boos, verdrietig? Waar komt dat door?
- Hoe gaat het met de anderen bij jou thuis? Wat gaat goed? Wat is lastiger?
- Hoe vind je het om opnieuw thuisonderwijs te volgen? Wat gaat je gemakkelijk af? Wat vind je moeilijk? Waar zie je tegenop?
- Heb je contact met anderen uit de klas? Met wie? Hoe? Wat is fijn aan het contact? Wat is lastig in het contact / als je geen contact hebt? Hoe vind je dat? Hoe ga je daar mee om?
- Wie vraag je om hulp en wanneer? Krijg je hulp waarmee je verder kunt? Heb je nog meer of andere hulp nodig? Zoja welke? Kan ik of iemand anders van school dat voor jou makkelijker maken?
- Loop je nog tegen andere dingen aan in het omgaan met elkaar met klasgenoten, thuis, de lesstof, blijven bewegen? Hoe ga je daar mee om? Kan ik of iemand anders van school daar nog iets in betekenen? Hoe kunnen we je helpen?
- Waar heb je de meeste zin in als deze periode voorbij is? Wat ga je dan doen? Met wie?
Houd bij het kiezen en stellen van je vragen altijd rekening met de leeftijd en informatie over de leerling die jou al bekend is. Stop niet bij een eerste antwoord op iedere eerste vraag. Vraag door om een completer beeld te krijgen. We hebben hier al suggesties voor gegeven bij de vragen. Sluit af door het gesprek te evalueren en eindig altijd met een compliment.
Zoek actief contact met ouders bij minder of moeizamer verloop van 1 op 1 contact met de leerling
Er zijn leerlingen die ongemak ervaren bij het 1 op 1 contact met de leerkracht of mentor in de huidige situatie. Er zijn ook leerlingen die hier nog jong voor zijn. Een kort praatje op school is gemakkelijk gemaakt. Je spreekt de leerling bij de inloop aan de start van de dag, loopt even naar de leerling toe in de les of bij de uitloop van de les. Nu er letterlijk afstand en voelt het contact niet voor alle leerlingen even natuurlijk en comfortabel. De één is te zeer van slag, de ander bevindt zich in lastiger omstandigheden thuis. Het hoeft ook niet per se te betekenen dat er zorgen zijn. Het is echter wel belangrijk om dit na te gaan. Ook nu is er sprake van een gedeelde zorgplicht met ouders.
Houd rekening met hectiek in ieder gezin in deze periode door de combinatie van thuisonderwijs & thuiswerken. Vraag altijd of je gelegen belt. Maak als dat niet zo is een belafspraak om tot een ander moment van contact te komen. Licht kort toe wat de reden is van je telefoontje aan de start van het gesprek. Omschrijf bijvoorbeeld concreet gedrag dat je hebt waargenomen “tijdens … zag ik dat / hoorde ik dat / zei …” en wat je wilt bereiken met het gesprek “ik zou het fijn vinden als … actief mee kan, wil en durft te doen tijdens de online instructie van de les …”.
De zeven vragen die elke leerkracht moet stellen in deze tijd aan ouders
- Hoe gaat het met jullie? Wat gaat goed? Wat is lastiger?
- Hoe gaat het met jullie kind? Welke fijne en vervelende gevoelens heeft je kind? Wanneer zie je fijne gevoelens? Wanneer zie je vervelende gevoelens? Welke gedachten heeft je kind nu alles zo anders is als normaal? Hoe gaat je kind met deze situatie om?
- Heeft je kind contact met anderen uit de klas? Met wie? Hoe? Wat verloopt fijn aan dit contact? Wat is lastig in dit contact / als er geen contact is? Hoe vind je kind dat? Hoe gaat je kind daar mee om? Hoe help je daarbij?
- Hoe is het om opnieuw thuisonderwijs te verzorgen? Hoe gaat het met het volgen van les op afstand en de lesstof? Wat gaat je kind gemakkelijk af? Wat vindt je kind moeilijk? Waar ziet je kind tegenop?
- Wie mist je kind nu het meest? Hoe gaat je kind daar mee om? En waar heeft je kind straks de meeste zin in als deze periode weer voorbij is?
- Wie vraagt je kind om hulp en wanneer? Krijgt je kind hulp waarmee je kind verder kan? Heeft je kind nog meer of andere hulp nodig? Zoja welke? Kan ik of iemand anders van school daar nog iets in betekenen?
- Lopen jullie thuis nog tegen andere dingen aan? In het omgaan met elkaar, het omgaan met klasgenoten, thuis, de lesstof en thuisonderwijs voor eventuele andere kinderen, blijven bewegen, de combinatie met thuis werken, beschikbaarheid van computers? Hoe gaan je daar mee om? Kan ik of iemand anders van school daar nog iets in betekenen? Hoe kunnen we helpen?
Stop niet bij een eerste antwoord op iedere eerste vraag. Vraag ook in contact met ouders door om een completer beeld te krijgen. We hebben hier al suggesties voor gegeven bij de vragen. Benadruk in het oudergesprek dat de ouder in eerste plaats ouder is. Pas op voor het opleggen van druk. Er wordt nu extra veel van ouders gevraagd, die naast ouder zijn, vaak thuis werken, mantelzorg verlenen of op een andere manier positief willen bijdragen in deze tijd. Daarnaast proberen ze ook nog thuisonderwijs te geven en daar het beste van te maken.
Ondanks de tweede lockdown en periode van thuisonderwijs, blijft het ondersteunen bij les op afstand een minder vertrouwde rol voor ouders. En dat brengt ook de nodige spanningen met zich mee. Toon begrip. Het zal de ene dag beter gaan als de andere. Het zal de ene ouder beter afgaan dan de andere. En dat is oké. Stimuleer en ondersteun bij het ontdekken van manieren om het onderwijs zoveel mogelijk doorgang te laten vinden, waarbij er voldoende ruimte blijft voor ontspanning.
Leerlingen op het voortgezet onderwijs worden door ouders vaker losgelaten i.p.v. ondersteund bij het creëren van overzicht op hun verplichtingen en activiteiten vanuit school die nu thuis moeten plaatsvinden. Mede door hun ‘puberbrein’ hebben zij hier juist extra ondersteuning bij nodig. Sluit af door de afspraken gemaakt in het gesprek, ook over eventueel vervolgcontact door te nemen en het gesprek te evalueren. Eindig altijd met het uitspreken van waardering voor de inzet van ouders of spreek vertrouwen uit in de toename daarvan na dit gesprek.
Tot slot willen we noemen dat er ook leerlingen en ouders zijn met wie je niet in contact komt. Die lijken net als tijdens de lockdown in het voorjaar van de radar verdwenen. Leg je hier niet bij neer. Deel je zorgen binnen de school, breng een huisbezoek achter glas en of zorg dat er contact opgenomen kan worden met de juiste instanties (denk aan veilig thuis, leerplicht).
Fijn dat jij dit artikel leest. Het betekent dat je oog hebt voor groepsdynamiek, sociale verhoudingen en kwetsbare kinderen. Dank daarvoor! De wereld kan meer mensen gebruiken zoals jij. Ook straks, na Corona.
In het werken met kinderen kun je elke dag het verschil maken als het gaat om sociale veiligheid. Iemand zoals jij die tegen ze kan zeggen: houd moed, houd vol, ik ben er voor jou, ik ben er voor de groep.
Spreekt dat je aan? Lees dan meer over de opleiding tot trainer en antipestcoördinator of neem contact met ons op.
Over Mirelle Valentijn
Ik zie mijzelf nog liggen, huilend op mijn bed tussen mijn knuffelberen, 11 jaar oud was ik. Opnieuw werd ik gepest. Ik zat net in de brugklas. Ik ontwikkelde een negatief zelfbeeld, kreeg hyperventilatie aanvallen en had last van faalangst. Ik schreef in mijn dagboek op de dagen dat ik mij afvroeg of ik nog wilde leven.
Wat had ik graag een professional gehad die mij leerde omgaan met pesten. Ik was klein, gevoelig, slim, droeg een bril, had acné. Ik wist toen niet dat dat alleen dingen zijn waarmee ik werd gepest.
Waarom ik werd gepest, begreep ik pas later. Ik was niet weerbaar, de groep waarin ik zat was onveilig, mijn ouders wisten niet hoe ze mij aan de praat konden krijgen en ik vertelde niets, sommige professionals probeerde de situatie in de groep te beïnvloeden, maar hun aanpak had niet het gewenste effect.
Mijn negatieve ervaringen heb ik omgezet in een positieve vorm. Vanuit onze Stichting Omgaan met Pesten en mijn eigen praktijk hebben we in de afgelopen jaren duizenden kinderen, jongeren, volwassenen en pedagogisch professionals geholpen.
Door mijn werk vanuit het kenniscentrum kan ik veel meer kinderen de toegang geven tot die professional die ik zelf zo graag had ontmoet als kind! Wil jij ook weten hoe jij kunt helpen? Lees dan meer over onze opleidingen of schakel een trainer omgaan met pesten in om een kind te verwijzen.